Laurent Nouwen

 

Laurent Nouwen: “In ieder mens huist een held”

Laurent Nouwen (68) werkte jarenlang als advocaat. Zijn drijfveer was om iets te betekenen voor de mensen die hij hielp, om met hen in een goede relatie te staan. Toen zijn broer Henri Nouwen stierf, werd Laurent gevraagd om naar Oekraïne te gaan, waar Henri Nouwen eerder geweest was. Laurent was niet meteen enthousiast. Toch rijdt hij op een vrachtwagen drie keer per jaar naar Oekraïene. “Het heeft me gegrepen.”

Door Wimke van der Vaart

Wat bezielt u?
“Het is eigenlijk toeval dat ik dit werk doe. Door het overlijden van mijn broer Henri, kwam ik in zijn voetspoortjes terecht. Omdat hij in Oekraïne was geweest, kwamen er mensen naar mij toe of ik daar ook eens heen wilde. Het overlijden van mijn broer was één ding, dat ik nu tot het Oekraïense leven werd gewekt, daar was ik niet meteen enthousiast over. Maar gaandeweg dacht ik: ‘Misschien kan ik een beetje proberen wat mijn broer gedaan heeft, voor hem.’ Ik kreeg een hele rijke geestelijke bediening in de schoot geworpen. Daar moest ik eerst wat mee jongleren. Toen het me uiteindelijk greep, realiseerde ik me wat hij had nagelaten.
Ik had geen tijd meer om als advocaat te werken. Dat ging te veel om geld verdienen, dat vond ik heel vervelend. Nu is dit mijn levenswerk. Ik heb niets anders. Ik ben er acht gedagen in de week mee bezig, bij wijze van spreken. Het is uitgebreid naar Moldavië, Polen, Litouwen, Zuid-Afrika. Het geeft mijn leven zin.”

Wat maakt dit werk zo zinvol?
“Door dit werk kom ik voorbij mijn eigen vanzelfsprekendheid, zwem buiten mijn viskom, begrijp je? Dat ik de ander zie in zijn moeilijkheden, zijn geloof en ongeloof. Om dienend te zijn, zoals Henri dat was. Dat ik kan geven wat nodig is in een getraumatiseerd land: vriendschap, solidariteit en bemoediging. Een mentaliteit waarmee ze dingen kunnen bereiken, zoals ik die zelf van huis uit meekreeg door het geloof van mijn ouders. Je merkt dat jongeren dan opveren en verantwoordelijkheid gaan nemen. Ook zie ik wonderen gebeuren. Allereerst al dat ik, onhandig als ik ben, met een grote volgeladen vrachtwagen zonder brokken Oekraïene bereik. En wanneer ik iets nodig heb, daarover loop te peinzen en het opeens ook komt. Toen mij inviel dat er voor kinderen met TBC goed sanitair nodig was, werd ik gebeld: “Goh Laurent, wat heb jij voor sanitair nodig? Ik heb het voor je.” Tja, dat is natuurlijk alsof mijn vraag met een satelliet rechtstreeks de hemel is ingegaan en er een oplossing is teruggekomen.”

Wat vindt u ervan dat uw werk niet voor iedereen zichtbaar is?
“Dat ik toevallig naar Oekraïene ga, is niet interessant. Ieders werk is belangrijk. Het gaat erom dat je je in je werk voortdurend afvraagt hoe je je verhoudt tot anderen. Werken voor het goede doel is geen alibi om in je directe omgeving geen goede relaties te hebben. Het is geen excuus voor een gebrek aan maatschappelijke betrokkenheid in Nederland of aan goede banden met je gezin.”

Vindt u zichzelf een held?
“Ik ben helemaal geen held! Ik heb geen bijzondere karakteristieken. Het is gevaarlijk om van ‘helden’ te spreken, omdat je het dan als iets bijzonders bestempelt. Terwijl het in ieder mens huist om zich te geven. En als ik dan terugkijk, vind ik dat er bij mij vaak weinig van terechtkomt. Dat ik het veel intenser had moeten doen. Mijn geestelijk leven is een vallen en opstaan hoor, natuurlijk, ik ben ook een mens. Ik ben soms somber, ongeduldig, meer gericht op dat ik het voor elkaar wil brengen dan op de ander daarin. Het is een voortdurend intern proces. Je bent er nooit.”

Wie is uw held?
“Heel kort door de bocht: Christus. Hij was een held, maar in de wereld moest hij gekruisigd worden. Het volgen, het zich helemaal geven voor de ander, het er zijn voor de ander, in zijn woorden: ‘Sta op en loop’; ‘Ik heb het vertrouwen in je’; in alle ellende van deze wereld goed kunnen zijn. Een held is ook iedereen die Christus doet herleven, dat kan de vrouw om de hoek zijn. Goed, voor zover ik iets van Christus’ gelaat laat zien, mag je me misschien een christelijke held noemen, daar doe ik dan niet dramatisch over. Ik benadruk dat ik mezelf daarmee niet buiten anderen plaats! Ik denk ook wel eens: ‘ik ben een christelijk rampenfonds.’ Iedereen zie ik als held, die Christus waarmaakt en in wie Christus herrijst.”

HOOPmagazine Hour of Power, november 2012 in de serie: ongeziene geloofshelden