De Zondaars

 

‘Ik wist niet wat Jurre gedaan had’

Over anderhalf jaar verhuist de schrijver naar Amsterdam. Weg uit de bedachte stad, Zuidweststad, de no-go-area, de woestijn.
“Almere verzakt.” Ooit vertrok hij uit Neerlands hoofdstad. “Verhuisd van al die indrukken.” Na twintig jaar gaat Henry Sepers (1955) terug. Hij blijft docent Nederlands op het Helen Parkhurstcollege in Almere. En dat is niet hetzelfde als het Markerwaardcollege in zijn pas verschenen boek ‘De Zondaars’, zegt hij nadrukkelijk.

“Het verhaal schuurt, doet een beetje pijn. Ik wil dat mensen nadenken over de wereld waarmee ik ze confronteer. Hoofdpersoon Jurre van Lier haalt het slechtste in zijn collega’s naar boven. Dat is een onaangename eigenschap. Hij worstelt met zijn geschiedenis. In een heleboel boeken wil je de hoofdpersoon zelf zijn. Hier is het misschien omgekeerd. Je wilt Jurre niet zijn. Iedereen zou Jurre van Lier kunnen zijn. Ik denk dat hij van veel mensen een aspect is.
Er waren zeker ook collega’s die het interessant vonden om te weten of er overeenkomsten zijn met hun school. Vijf jaar geleden gaf ik les op het Marnixcollege. Een collega van toen belde op. “Ja, dat is precies het Marnixcollege.” Op de school waar ik nu werk, dachten mensen ook het te herkennen. Mensen willen graag dingen herkennen. Het boek ging door de klas. Dat is onze klas, zeiden leerlingen. Sommigen wisten precies wie hoofdpersoon Myrthe was. In hun klas zat een meisje dat ook lang zwart haar had, dat ook tenniste. Ik zei tegen hen: ‘Dat vind ik interessant, want ik heb het boek een jaar geleden al ingeleverd en toen gaf ik jullie klas nog geen les.’
Het verschil tussen fictie en werkelijkheid is heel gecompliceerd. Het gevaar is dat lezers ook allerlei dingen gaan invullen die niet overeenkomen. Soms zijn ze boos dat niet alles klopt. Ik kan het me niet permitteren daar rekening mee te houden. Eigenlijk geef ik in het boek al commentaar op hoe mijn collega’s reageren.”

Gebruikt
“De eerste keer dat ik een boek schreef, (in 1993 kwam Sepers’ eerste boek uit, red.) had ik die ervaring, dat mensen vroegen of ik hen had gebruikt. De door mij verzonnen personages bevatten altijd wel elementen van mensen uit mijn omgeving. Maar op het moment dat ze in het boek voorkomen, zijn ze het niet meer. Het is nooit één op één. Dat zou me enorm in mijn vrijheid beknotten. Zuidweststad, zo heette Almere vroeger. Maar het is niet helemaal Almere. Ik maak expres fouten. Af en toe vind ik het leuk om een kleine verwijzing naar de werkelijkheid te maken. Ik ben een beetje een plaaggeest. Maar dat leerlingen denken dat ze weten wie Myrthe is, ontroert me: de naïeve manier van denken.
Toen ik begon met het schrijven van dit boek, wist ik niet wat hoofdpersoon Jurre gedaan had. De insteek was om te beschrijven hoe iemand verder leeft die iets gedaan heeft dat zo verschrikkelijk is, dat alle mensen het afkeuren. Dat intrigeert me. Ik zou niet weten waarom het dit is geworden. Achteraf ben ik tamelijk verbaasd hoe dingen bij elkaar komen en kloppen. Het blijkt dat ik met bepaalde thema’s veel kan. Het is een feit dat ik geen kinderen heb. Kinderloosheid kun je ook zien als: er komt niks uit je handen, je creativiteit stokt. Als ik eerlijk ben, heb ik er baat bij dat thema erg te vergroten. Bewust vervorm ik het. Misschien creëer ik zo ideale beelden. Kinderen hebben veel meer aspecten, dat weet ik best. De bron in mijn eigen leven waaruit ik put, wordt zo een kracht.
Ik weet niet of de gedichten in het boek van Jurre zijn, of van de schrijver. Ze gaan over verdriet, over het gemist. Ze maken de hoofdpersoon menselijker. Ze zijn los van het boek ontstaan. De uitgever gaf als tip om die gedichten eens achter elkaar te lezen. Ik weet niet wat hij daarin ontdekt heeft.”

Zondaar
“De redacteur vond dat de titel ‘De Zondaar’ moest zijn. Er is er één, zei hij, die Jurre van Lier. Ik vond dat er meer zondaars waren. Conrector Rokus, die niet meer van zijn vrouw houdt, die ooit als idealist begonnen is, maar zijn idealen niet kon waarmaken. Hij is zo in zichzelf teleurgesteld. Hij zondigt tegen wie hij werkelijk zou moeten zijn, tegen zichzelf. Een zondaar, dat is iemand die erachter komt dat hij niet in staat is zijn idealen te verwezenlijken. De meeste mensen houden wel van zondaars. Ze zijn het zelf.”

Kader:
‘De Zondaars’ is de vijfde, nieuwste roman van de Almeerse schrijver Henry Sepers. Docent Nederlands Jurre van Lier geeft les op het Markerwaardcollege in Zuidweststad. In Myrthe, een leerling van hem, ziet hij zijn dochter. Een collega wordt ervan beschuldigd Myrthe seksueel te hebben geïntimideerd. Dat zet Jurre aan tot rare dingen. Wat er werkelijk aan de hand is, blijft tot de laatste bladzij onzeker. Eerder verschenen van Henry Sepers: Het feest van de mollen (1993), De kunstenaars (1994), Bedachte stad (1997) en Superlive (2001).

De Gooi- en Eemlander, november 2005